Defensie

terug

De wereld verandert en dus ook de taken van de krijgsmacht. Waar het de afgelopen twintig jaar belangrijk was om terroristen te bestrijden, wordt nu het traditionele afschrikkingsbeleid weer belangrijker. Uiteindelijk moet de krijgsmacht de drie hoofdtaken kunnen uitvoeren: het eigen grondgebied en dat van bondgenoten verdedigen, de internationale rechtsorde en stabiliteit beschermen en bevorderen en de overheid ondersteunen bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, nationaal en internationaal. Jarenlange bezuinigingen hebben ertoe geleid dat Defensie nu niet in staat is om deze taken uit te voeren.

Wapens zijn nodig om de defensietaak uit te oefenen en het kwaad in de wereld te bestrijden. Maar dezelfde wapens veroorzaken een hoop ellende op deze aarde. Een ideale situatie is een wereld zonder wapens, zeker als het gaat om massavernietigingswapens. Helaas moeten we de realiteit onder ogen zien dat de technieken voor deze wapens voorhanden zijn en daarmee een totale afschaffing van deze wapens niet haalbaar is. We kunnen niet het risico lopen dat landen als Iran wel kernwapens hebben en NAVO-landen niet. Het is daarom ook van het grootste belang dat nucleaire wapens niet in de handen komen van de verkeerde leiders.

Daarom komen we onder andere tot de volgende standpunten:

  • De krijgsmacht moet in staat zijn om zijn drie hoofdtaken uit te voeren.
  • Nederland moet voldoen aan de NAVO-norm, door 2% van het BBP uit te geven aan defensie.
  • Toekomstige militaire missies moeten minimaal voldoen aan de internationaalrechtelijke eisen. Bij voorkeur ligt er een VN-mandaat.
  • De Nederlandse politiek moet eerlijk zijn richting haar burgers bij toekomstige missies.
  • Bij uitzending van Nederlandse eenheden moet Nederland nauw betrokken worden bij de internationale besluitvorming. Taken en bevoegdheden moeten vooraf duidelijk zijn vastgelegd. Voor uitzending van eenheden moet de missie een kans van slagen hebben en moeten de militairen, ook bij humanitaire missies, voldoende toe- en uitgerust zijn.
  • Nederland zet zich in voor het voorkomen van een bewapeningswedloop en voor een betere controle op de wapenindustrie en de (internationale) wapenhandel.
  • De controle op lichte wapens moet vergroot worden, bijvoorbeeld door corruptie in kwetsbare landen te bestrijden en de administratieve controle op deze wapens te verbeteren.
  • Nederland houdt als lid van de NAVO vast aan de nucleaire afschrikkingsdoctrine.
  • De Nederlandse regering moet zich in internationaal verband inzetten voor een sterke vermindering van kernwapens, biologische en chemische wapen in de wereld en het stimuleren van ‘no-first-use’ policies

terug