Code rood voor de Jeugd-GGZ
Elke professional werkend in de zorg kent wel het signalering- en veiligheidsplan. Wanneer de jeugdige in ‘code rood’ komt is er sprake van een crisis en is direct ingrijpen vereist. Op dit moment is de jeugd-ggz ook code rood. Dat vinden wij: de samenwerkende politieke jongerenorganisaties en mede ondertekenaars van deze brief. Als de toegang tot jeugd-ggz niet op orde is, ontstaan er levensbedreigende situaties. Letterlijk, zelfdoding is de grootste doodsoorzaak onder jongeren. De huidige staat van de jeugd-ggz is te vergelijken met een jongere in nood; waar in eerdere stadia de crisis nog enigszins kon worden afgewend met afleiding, is de gemoedstoestand van de jeugd-ggz nu zo verslechterd dat ze direct gezien moeten worden door professionals. Er is hulp nodig; het is crisis.
Begrotingsdebat
Op 29 januari was het begrotingsdebat VWS Jeugd, wegens de verkiezingen verplaatst naar het lopende jaar. Ook hier kwam weer ter sprake dat het niet goed gaat met veel jongeren. Een kwart van de jongeren ervaart mentale problemen en deze problemen nemen toe in ernst. Inmiddels geven drie op de tien jongeren aan zich depressief te voelen. Door de verslechterde mentale gezondheid van jongeren neemt de vraag naar jeugd-ggz toe, terwijl er onvoldoende aanbod is. De toegang tot jeugd-ggz komt daardoor onder druk te staan.
Budgetplafonds
Vele organisaties willen wel behandelen, maar worden geremd door het budgetplafond; de afspraken met de gemeente voor hoeveel budget zij dat jaar mogen behandelen. In de jeugd-ggz zien we vooral dat kleine organisaties hiermee kampen, omdat ze budget krijgen op basis van het jaar daarvoor. Niet zelden leidt dat na enkele maanden in het nieuwe jaar tot een behandelstop om vervolgens de wachtlijst verder uit te breiden. Vraag is of wij deze samenleving willen zijn, waarin we verleid worden om jongeren tot een crisis te laten komen. Bij crisis wordt er wel snel actie ondernomen, maar bij iemand die reguliere behandeling wenst niet, hij komt op de wachtlijst. Er zijn immers voor acute jeugd-ggz behandelmethodes, maar niet voor regulier behandelen.
Wachtlijsten
Wachtlijsten van een halfjaar zijn eerder regel als uitzondering. Hoe complexer de hulpvraag, hoe langer de wachttijd voor hulp. De Treeknorm die deze wachttijden zou moeten reguleren wordt helaas vaak niet gehaald. Door de lange wachttijden neemt de hopeloosheid en onmacht bij jongeren toe, het toekomstperspectief verdwijnt. Helaas betekent dit in de praktijk dat er een groeiend aantal jongeren op de crisisdienst belandt, iets wat voorkomen had kunnen worden als ze tijdig goede zorg hadden gekregen.
De zwaarste problematiek vist het vaakst achter het net
In het leven leren we allemaal hoe tegenslagen bij het leven horen en zien we hoe veerkrachtig kinderen zijn. Niemand twijfelt eraan dat omgaan met moeilijkheden en emotieregulatie onderdelen zijn van de opvoeding. Maar er zijn kinderen waarbij het leven uitzonderlijk moeilijk is, kinderen die onnodig veel ingrijpende jeugdervaringen meemaken. Voor deze kinderen is een omkijkende samenleving niet genoeg. Zij hebben (gespecialiseerde) hulp nodig. En juist deze kinderen laten we in de steek, degenen die de zorg het hardst nodig hebben. Geen enkele persoon wil zich laten behandelen door een hulpverlener die zelf in crisis verkeert, toch staan wij wel toe dat we kinderen behandelen in de jeugd-ggz die evengoed in crisis verkeert. Het heeft twee jaar geduurd voor de staatssecretaris aangaf dat de bezuinigingen in de jeugdzorg niet verantwoord zijn. Maar, levens worden ontwricht en de code rood lijkt in Den Haag nog onvoldoende gevoeld te worden en het is de vraag wat er nodig is om dit door te laten dringen. Wij moeten een stem zijn voor de meest hulpbehoevende jongeren die dit zelf niet kunnen.
Gemeenten
Met deze stem roepen wij de overheid op om meer geld uit te trekken voor jeugdhulp. Gemeenten moeten in de mogelijkheid zijn om hulp aan jongeren te bieden. Dit is alleen mogelijk wanneer gemeenten meer middelen van de overheid krijgen voor jeugdhulp. Gemeenten krijgen nu te weinig middelen om alle jeugdhulpvragen te kunnen bekostigen. De overheid moet stelselmatig meer geld uittrekken voor de mentale gezondheid van jongeren. Voorgestelde bezuinigingen moeten dan ook zo snel mogelijk van tafel en worden herzien, want dit past niet bij een mentaal gezonde toekomst.
Maar het is een tweeledig probleem. Op dit moment krijgen gemeenten geld waarbij het vrij is hoe ze het besteden en aan welke jeugdhulporganisaties ze budgetteren. Passend zou zijn wanneer meer vastgelegd kan worden welk deel naar contracten met jeugdhulp moet gaan en er een vast deel van dit budget besteed moet worden aan (hoog)klinische zorg. Dit zal de doorstroom naar gespecialiseerde zorg bevorderen, waardoor de instroom niet belemmerd wordt. De Treeknorm zal op deze manier gehaald worden, maar er mag strakker gehandhaafd worden op deze norm. Hij is er met een reden en het is niet de bedoeling voor het welzijn dat deze stelselmatig overschreden wordt. Iedereen is zich ervan bewust dat met meer geld niet alle problemen zijn opgelost. Wel is het een mooi begin om de werkdruk te verlagen, maar er is meer nodig.
Evengoed heeft ook de samenleving een rol. Waar er ingezet moet worden op zorg, mag ook de samenleving meer naar elkaar omkijken. Zo zijn steunfiguren voor jongeren van groot belang. Ieder kind moet minstens een betrouwbare volwassene hebben waar hij terecht kan. Dat vraagt aan de samenleving om na te gaan voor welk kind jij deze rol kan vervullen. De tijd van wegkijken is voorbij, er is nu actie nodig.