Rosenmöller en Balkenende op gedeelde eerste plaats

maandag 25 maart 2002 00:00

onderstaand artikel is op 25 maart 2002 gepaatst in het ND

door Hans Valkenburg

Als groot liefhebber van het debat, en als politiek geïnteresseerde en actieve burger kan ik niet nalaten het lijsttrekkersdebat van vorige week in Rotterdam te analyseren. Ik let daarbij op de houding van de deelnemers, de vorm van debatteren en de inhoud van de bijdrage, zoals die op mij zijn overgekomen.

Allereerst de debatleiders. Beide heren hadden het geheel in mijn ogen niet echt in de hand. Zeker de helft van het debat was niet te volgen. Dan heb ik het nog niet over de onnavolgbaarheid van het gesprokene qua inhoud. Simpel gezegd: men kletste voortdurend door elkaar heen en de debatleiders konden dat blijkbaar niet voorkomen.

Daarnaast was veel van wat de heren ons te vertellen hadden, niet te volgen voor wat betreft de inhoud. De debatleiders hadden de politici (vooral Melkert) veel meer om heldere uitleg moeten vragen. In plaats daarvan puilde het debat uit van bijzinnen en inleidende woorden (,,...als deze cijfers kloppen en juist geïnterpreteerd zijn, dan zou het kunnen zijn dat wij over vier jaar onzelf genoodzaakt zien...'' etc. etc.). Dit is alleen te volgen door kiezers die elke dag vijf uur opzijzetten voor het lezen van kranten.

Dan de heren politici:Melkert: blinkt uit in onnavolgbaarheid. Kan zichtbaar niet omgaan met creatieve en onverwachte momenten en kijkt daarom voortdurend vervreemd en chagrijnig om zich heen. Wil zo snel mogelijk terug naar de Kamer, waar hij veilig is en men hem begrijpt. Jammer, want de kapperszoon moet op inhoud gemakkelijk een slag kunnen slaan. Als dit zo doorgaat, ben ik bang voor hem dat de opinipeilingen uit gaan komen. Hierbij moet gezegd worden dat hij op de minst aantrekelijke positie aan de tafel zat: de schietschijf van Fortuyn.

De Graaf: Baalt er duidelijk van dat 'zijn' coalitie nu zo te kijk gezet wordt. Lijkt mij nogal kwaad. Alsof we nog in 1994 leven, gaat hij Balkenende met agressie te lijf, zonder te proberen echt een brug tussen zijn standpunten en die van het CDA te slaan. In het debat niet echt zichtbaar, behalve als voetnoot ter ondersteuning van het gevoerde paarse beleid.

Dijkstal: geteisterd, maar lijkt enigszins herstellende. Blijft bij zijn punt en laat zich niet leiden door agressie. Mag wat mij betreft, best wat meer lachen; zijn partij heeft veel te leiden van Fortuyn, maar staat inhoudelijk niet als enige in de hoek waar de klappen (van Fortuyn) vallen. Voorwaarde is wel dat Dijkstal in deze debatten meer afstand neemt van paars en als een echte VVD'er aan de slag gaat. Heeft hij blijkbaar nog steeds moeite mee.

Rosenmoller: vond het leuk. Was regelmatig in zijn element en wist Fortuyn dan naar vorm en inhoud overtuigend te verslaan. Kreeg in de zaal de meeste handen op elkaar. Heeft duidelijk meer met de 'gewone man' te maken gehad dan bijvoorbeeld Melkert en dat loont zich bij dergelijke confrontaties. Kan met onverwachtse wendingen omgaan en spreekt gewonemensentaal. Soms iets te inhalig als hij een punt maakte ten koste van Fortuyn; kon zijn glundering dan nauwelijks onderdrukken. Dat komt wat kinderlijk over.

Balkenende: de wetenschapper van het CDA staat zeer stevig in het debat. Haalt niet veel bonuspunten (lees: doet niet zo gek als Fortuyn en Rosenmüller), maar levert er ook weinig in (geheel in de lijn met de opiniepeilingen). Laat zich niet tot een ruzie verleiden en zweeft zodoende een beetje boven het 'gepeupel'. Belangrijk: Balkenende kent het CDA-gedachtengoed van top tot teen en heeft zodoende zonder een stilte te laten vallen altijd een gepast en helder antwoord. Een goede houding voor een premier? Ik vind Balkenende erg sterk, maar hij mag best meer de aandacht vragen.

Fortuyn: de clown uit Rotterdam laat zien dat hij een echte debater is. Koning in de retoriek. Debatteert met lichaam en ziel en beschikt over voldoende feitenkennis en creativiteit om het debat voortdurend naar zich toe te trekken. Weet hij het even niet, dan verlegt hij het punt met veel poeha naar zijn tegenstander (Melkert). Als zijn tegenstander een punt dreigt te maken, gaat hij over op verbaal en non-verbaal vermaak. Praatte zo vaak met de handen zwaaiend door Melkert heen dat het debat nogal eens onnavolgbaar was. Zijn zwakte: hij luistert niet echt en weigert zichtbaar verlies te incasseren. Maakt bovendien zoveel gebruik van zijn debatkwaliteiten dat hij als politicus op termijn ongeloofwaardig dreigt te worden. Leuk om mee te bomen, niet om mee te leven.

Fortuyn heeft laten zien dat hij ook op inhoud mee wil doen. Dat is winst voor de politiek. De nieuwkomer blaast bovendien het debat nieuw leven in en betrekt op zijn manier de burger in het politieke spel. Daar kan het establishment wat van leren.

In mijn ogen is Fortuyn echter meer debater dan politicus. Het is de vraag of deze 'winner' wel kan geven en delen, en echt rekening zal houden met de burger. In de politiek gaat het immers niet om winnen, maar om mensen. Je kunt de burgers wel een mooi verhaal voorleggen, maar ze hebben meer aan politici die een realistisch beleid met visie voorstaan, en een echt luisterend oor hebben voor zowel de burger als de politieke opponent. Als ik dat in mijn oordeel betrek, kom ik tot een gedeelde eerste plaats voor Balkenende en Rosenmüller.

Hans Valkenburg is oud-voorzitter van PerspectieF, columnist voor Ebate (www.ebate.nl) en lid van debatingclub DCCC in Utrecht
©Nederlands Dagblad

« Terug

Reacties op 'Rosenmöller en Balkenende op gedeelde eerste plaats'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2002

november

oktober

augustus

juli

juni

mei

april

maart

januari