ChristenUnie-jongeren op drift (RD)

maandag 20 januari 2003 00:00

Koen de Snoo (oud-voorzitter GPJC): Heel wat mensen in mijn omgeving stemmen CDA, GL of SP

door: Addy de Jong

Wie gaat er winnen: Balkenende of Bos? Orthodox-christelijke jongeren zijn voor die vraag niet ongevoelig. Heel wat jongvolwassen in met name de ChristenUnie-achterban neigen ertoe CDA te stemmen. ”Balkenende for president!”. Andere CU-jongeren wijken uit naar GroenLinks of de SP. Wat is er gaande bij de jeugd van de ChristenUnie?

Nee, percentages zou hij niet willen noemen. Die weet hij ook niet. Maar dat er heel wat jongeren zijn die, hoewel bijbelgetrouw, toch niet op de ChristenUnie stemmen, weet Koen de Snoo (24) zeker. „Gelukkig zijn er nog veel jonge christenen die voor SGP of ChristenUnie kiezen. Maar er is ook een aanzienlijk deel van de potentiële achterban van de ChristenUnie dat op andere partijen stemt: CDA, GroenLinks of SP. Dat betreft voor een belangrijk deel jongeren.”

Koen, drie jaar geleden als voorzitter van de GPV-jongeren nauw betrokken bij het ontstaan van de ChristenUnie, merkt het in zijn omgeving. „Nu ik tijdelijk wat meer afstand heb genomen tot de partij, hoor ik in mijn vrienden- en kennissenkring des te meer. Dan valt het me op hoe veel jongvolwassenen zeven maanden geleden CDA of een linkse partij hebben gestemd of dat nu overwegen. Vorige week sprak ik op een verjaardag nog een meisje dat aangaf SP te zullen stemmen. Ik kreeg dat niet uit haar hoofd gepraat. En dat is geen incident. Dit soort gesprekjes voer ik in mijn kennissenkring regelmatig.”

Hij wordt bijgevallen door Hans Valkenburg (30), destijds voorzitter van de RPF- en later ChristenUnie-jongeren en mede-auteur van een boekje over het ontstaan van de ChristenUnie: ”Inschikken en opschuiven”. „In de achterban van de ChristenUnie is al lange tijd een veranderingsproces gaande. De vanzelfsprekende binding die er bestond tussen bijbelgetrouwe christenen en RPF en GPV, is er niet meer. Met name jongeren hebben niet zo’n vaste band meer met de partij. Dat werd vooral bij de vorige verkiezingen pijnlijk duidelijk: 40.000 CU-stemmers weken naar andere partijen uit. En die komen niet zomaar terug, zoals uit een onderzoekje door het RD bleek.”

Een belangrijk deel van de weglopende jongeren richt zich op het CDA, is de ervaring van Hans. „Zij hebben eenvoudig geen trek meer in een partij met een duidelijk christelijk profiel. Of ze kiezen primair voor de macht: liever stemmen op een partij met een verwaterde ideologie die in het centrum van de macht zit, dan op een rechtlijnige partij die in de marge staat.”

Daar komt bij, zo stelt hij vast, dat de gereformeerde Balkenende op christelijke jongeren veel aantrekkingskracht uitoefent. „Hij stemt zijn woorden slim af op zijn publiek en zegt op de EO-jongerendag mooie dingen over het geloof. Maar wie op het CDA stemt, moet goed beseffen dat het stempel dat Balkenende nu op de partij drukt, over een paar jaar weer weg kan zijn.”

Orthodoxe christenen die in het CDA actief worden, maken nóg een vergissing. „Zij denken dat men elkaar in die partij op het christelijk geloof kan aanspreken, maar dat is een misvatting. Ze zullen er al snel achterkomen dat in het CDA de christen-democratie en niet het Evangelie centraal staat. Dat zal vooral voor evangelische christenen een grote ontnuchtering worden.”

Ook de ’kleine’ linkse partijen weten veel jonge christenen naar zich toe te trekken. Koen de Snoo: „Die kijken in de verkiezingsprogramma’s van GroenLinks en de SP en zien dat deze partijen zich keren tegen marktwerking, dat zij sterk inzetten op milieu, ontwikkelingssamenwerking en sociale rechtvaardigheid. Dan denken ze: Nou, dat is niet slecht! Blijkbaar heb je daar geen christelijke partij voor nodig.” Hans Valkenburg, werkzaam bij een adviesbureau en freelance journalist: „Het gaat inderdaad vaak om die thema’s. Daar komt nog een onderwerp bij: vrede. Ik ben ervan overtuigd dat dat een opkomend thema is onder christelijke jongeren. Ook zo’n onderwerp maakt dat zij gecharmeerd raken van GroenLinks en SP. Het zijn ook de keiharde, radicale keuzes die mensen als Halsema en Marijnissen maken, die aantrekken.”

Koen: „Dat dit soort partijen op het punt van abortus en euthanasie verwerpelijke standpunten innemen zien zij niet. Of zij zijn zelf in hun denken al zozeer veranderd, dat zij dit niet meer herkennen als de grote thema’s van de christelijke politiek.”

Een belangrijke verandering in het denken van christenjongeren is volgens hem dat zij geïnfecteerd zijn door het postmodernisme. „Veel jonge christelijke academici zijn opgegroeid en geschoold met de gedachte: Alle levensbeschouwingen zijn gelijkwaardig. Zij vinden het ontzettend moeilijk om tegenover anderen te claimen dat zij de absolute waarheid hebben. Dat maakt hen er vatbaar voor hun steun te geven aan andere partijen, ook aan partijen die stellen dat iedereen toch zelf uit moet kunnen maken of hij een einde aan zijn leven wil maken of niet.”

Hans, die deze weken avond aan avond op stap is om op campagneavonden van de ChristenUnie het ene forum na het andere te leiden: „Op bijeenkomsten van de ChristenUnie valt me vaak een verschil in houding op tussen de ouderen en de jongeren. Ouderen willen van André Rouvoet vooral weten of de partij wel een rechte koers vaart bij traditionele thema’s als Israël, de NAVO, abortus en euthanasie. Jongeren willen weten hoe de partij handelt als het gaat om sociale gerechtigheid, ontwikkelingssamenwerking, de Europese Unie, de economie. Ouderen zijn meer op getuigen gericht, jongeren op praktische politiek. Ze zijn ongeduldiger, willen van concrete resultaten horen.”

Hij wijst erop dat de vrijgemaakte zuil, en wellicht ook de hervormde en de christelijke gereformeerde, de laatste decennia steeds meer is opengebroken. „Daar zit misschien wel een stukje secularisatie bij, maar zo hoef je het niet meteen te duiden. Positief is dat christenen uit deze kerken steeds meer oog kregen voor de buitenwereld, verhoudingsgewijs minder bezig waren met bescherming van de eigen groep door allerlei eigen instituties, en zich steeds meer afvroegen: Wat kan ik betekenen voor anderen?”

Daardoor is het vanzelfsprekende van het stemmen op een eigen christelijke partij verdwenen. „Jongeren van nu pakken hun Bijbel, laten de boodschap tot zich doordringen en maken vervolgens hun eigen maatschappelijke keuzen.”

Een sterk voorbeeld viel enkele maanden geleden te beluisteren op een ChristenUnie-bijeenkomst in Utrecht, waar het plaatselijke raadslid Roel Freeke sprak over zijn worsteling met de vraag waar hij zijn kind op school zal doen. Hij besefte, zo zei hij, dat een orthodox-christelijke school het beste beschermt, maar neigt er toch toe zijn kind op de openbare school om de hoek te doen, omdat hij vindt dat hij als raadslid niet voor integratie kan pleiten als hij er in zijn persoonlijk leven geen bijdrage aan levert. Hans: „Op gelijksoortige wijze maken jongeren ook hun eigen keuzes als het gaat om stemgedrag.”

De veranderingen in met name gereformeerde vrijgemaakte kring zijn al langere tijd gaande, stelt hij. „Er is geleidelijk aan een verschuiving gekomen in allerlei traditioneel gedrag: ten aanzien van schoolkeuze, van partijkeuze, van dagbladkeuze. De definitieve breuk met het verleden is de vorming van de ChristenUnie. Sindsdien is duidelijk geworden dat jongeren zich daarmee niet meer vanzelfsprekend afficheren. Voor een deel van hen was de vorming van de CU een ’mooie’ gelegenheid om het nu maar eens ergens anders te gaan zoeken.”

Hoe kan de ChristenUnie de aanstormende generatie vasthouden of terugwinnen? Koen: „Probeer jongeren duidelijk te maken dat de wortels van GroenLinks en de SP dezelfde zijn als die van de VVD, namelijk het gedachtegoed van de Verlichting. En dat een christen op sommige thema’s wel bij dezelfde beleidsinstrumenten uit kan komen als deze partijen, maar dat hij op andere thema’s lijnrecht tegenover hen staat.”

Maar de ChristenUnie moet jongeren ook concreet en praktisch bij de partij betrekken, vindt hij. „Ik werk op het ministerie van Financiën en heb mijn deskundigheid al een paar keer bij de partij aangeboden. Nooit antwoord gehad. Kan best een foutje zijn geweest, maar wat ik maar wil zeggen, is: Benut de kennis en het engagement van jongeren. Laat ze eens een initiatiefwetsvoorstel uitwerken, en je hebt ze voor langere tijd voor je gewonnen. Uit zichzelf komen ze niet naar je toe; je moet ze opzoeken.”

Hans: „De ChristenUnie moet gewoon haar eigen boodschap uit blijven dragen. Ik hoop dat jongeren in zullen zien dat enkele zetels meer bij het CDA de christelijke politiek nauwelijks versterken. Wat wél versterkend werkt: als het onversneden christelijk geluid van CU en SGP in de vergaderzaal van de Kamer uit zo veel mogelijk monden klinkt. Mensen zijn soms te veel op het kabinet gericht. Maar wetgeving vindt net zo goed in de Tweede Kamer plaats, door alle 150 kamerleden.”

Hoop op de toekomst heeft hij zeker. „André Rouvoet is voluit bijbels, met een scherp randje. Dat spreekt jongeren aan.” Wie weet, haalt de ChristenUnie daardoor toch nog vijf zetels. „Stel dat CDA en VVD er samen zeventig halen. Dan is de ChristenUnie de aangewezen coalitiepartner. Schuiven we de gekwalificeerde Van Middelkoop naar voren als staatssecretaris op Defensie. Met steun van SGP en LPF is dit een heel degelijke coalitie.”


Bron: Reformatorisch Dagblad

« Terug

Reacties op 'ChristenUnie-jongeren op drift (RD)'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003

december

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

januari