PerspectieF voor toegankelijk hoger onderwijs

maandag 19 maart 2001 00:00

Er gaat veel veranderen in het hoger onderwijs. De kamer sprak de afgelopen maand over de invoering van het bachelor / master model op de hoge scholen en universiteiten. Grote vragen die hierbij spelen zijn:

- hoe wordt de studiefinanciering in de toekomst geregeld?
- mogen er verschillende soorten masters komen (gewone masters en top masters)?
- hoe lang gaat de master duren? Één jaar of zoals internationaal gebruikelijk is twee jaar?

Verschillende jongerenorganisaties waren hierover niet gerust en hebben onder aanvoering van de Landelijke Studenten Vakbond en het Interstedelijk Studenten Overleg een manifest geschreven. Onderstaand manifest is op vandaag in Den Haag overhandigd aan leden van de Tweede Kamer. Ook het bestuur van PerspectieF heeft dit manifest namens onze vereniging ondertekend.

Naar een toegankelijk hoger onderwijs
De invoering van het bachelor master systeem in het Nederlandse hoger onderwijs is in principe een gewenste ontwikkeling. Bachelors en masters bieden tal van kansen om het hoger onderwijs een kwaliteitsimpuls te geven. Toch lijkt de overheid niet alle randvoorwaarden te willen scheppen zodat daadwerkelijk van een kwaliteitsimpuls sprake kan zijn. Vandaar dit manifest.

De invoering van bachelors en masters betekent dat de toekomstige wetenschappelijke bachelors een breder en meer algemeen karakter zullen hebben. De noodzakelijke verdieping en specialisering, nu nog geïntegreerd in de bestaande opleiding, zal moeten plaatsvinden in de master. Aangezien de master een (onderzoeks-)stage, een scriptie en enkele verdiepende vakken moet bevatten is de huidige cursusduur te kort. Ook prijst Nederland zich met eenjarige wetenschappelijke masteropleidingen, gezien de internationale standaard van twee jaar, uit de markt. Wie dus een internationaal hoogwaardige en kwalitatief goede bachelor en master wil aanbieden, concludeert dat bij de invoering van bachelor master, de cursusduur verlengd moet worden.

Door middel van een systeem van accreditatie worden binnenkort (potentiële) opleidingen getoetst. Wij vinden dat er getoetst dient te worden op kwaliteit én op maatschappelijke relevantie. Wie zo’n accreditatie bezit moet wel de middelen krijgen om een kwalitatief hoogstaande opleiding te kunnen aanbieden. De vraag is wie verantwoordelijk is voor de financiering van het hoger onderwijs. Minister Hermans heeft aangegeven te zoeken naar mogelijkheden van meer vraagfinanciering, naar zijn zeggen als aanvullend op de huidige overheidsfinanciering. Een hogeschool of universiteit die, hoewel niet gefinancierd, toch volledige opleidingen aan wil bieden, moet op creatievere wijze de financiën rond krijgen. Bedrijven die bijspringen, zullen direct of indirect invloed uit willen oefenen op het onderwijs. De objectiviteit en onafhankelijkheid van het onderwijs loopt hierdoor gevaar. Ook is financiering vanuit het bedrijfsleven een instabiele financieringsvorm die fluctueert met het economische klimaat. Daarnaast heeft een student tijdens deze fase geen recht op studiefinanciering.

Een andere mogelijkheid van meer vraagfinanciering is volgens de minister differentiatie van de collegegelden. Toch moet het hoger onderwijs volgens ons toegankelijk zijn voor een ieder met de juiste kwalificaties, ongeacht de financiële positie van de student en/of zijn of haar ouders. Door differentiatie in collegegelden kan de financiële positie van de student van invloed zijn op de keuze van het studieprogramma.

Daarom willen wij dat alle geaccrediteerde opleidingen aan publieke instellingen volledig door de overheid worden gefinancierd, en dat studenten studiefinanciering ontvangen gedurende minimaal de lengte van de gehele bachelor en master.

Utrecht, februari 2001

Links:
www.iso.nl
www.lsvb.nl

« Terug

Reacties op 'PerspectieF voor toegankelijk hoger onderwijs'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.