Opinieartikel 'Mensenhandel vraagt humaner beleid' (ND)

vrijdag 03 december 2010 17:04

Het kabinet ziet illegale prostituees en loonslaven niet als weerloze slachtoffers, maar als overlastgevende criminelen die zonder pardon moeten worden uitgezet. Willen we mensenhandel in Nederland echter effectief bestrijden, dan is juist humaner beleid noodzakelijk.

Op dit moment vallen slachtoffers van mensenhandel onder de zogeheten B9-regeling. Deze wet geeft politie en justitie de mogelijkheid om bij de geringste aanwijzing van mensenhandel slachtoffers in bescherming te nemen en een strafrechtelijk onderzoek te starten.

Hierbij krijgen de slachtoffers drie maanden bedenktijd om aangifte te doen en/of hun besluit te (her)overwegen. Het slachtoffer behoudt recht op een verblijfsvergunning (B9) zolang het strafrechtelijk onderzoek loopt. Wordt er geen onderzoek gestart, trekt het slachtoffer zijn aangifte in of wordt het onderzoek niet succesvol afgesloten, dan wordt het slachtoffer in de meeste gevallen uitgezet, tenzij het al langer dan drie jaar een verblijfsvergunning heeft.

Hoewel de B9-regeling er op papier redelijk uitziet, is de werkelijkheid weerbarstig. Zo bestaat er bij slachtoffers vaak veel onduidelijkheid over hun rechten. Zij weten niet dat er kans is dat zij (alsnog) worden uitgezet, of juist wel aanspraak kunnen maken op een B9-visum. Ook krijgen zij niet altijd de drie maanden bedenktijd die hun officieel toekomt. Politie en justitie oefenen op slachtoffers veel druk uit. Volgens advocaten en belangenorganisaties zouden sommige slachtoffers zelfs gedwongen een getuigenis hebben afgelegd.

Het Coördinatiecentrum Mensenhandel concludeerde in 2008 al dat de B9-regeling weinig bescherming biedt, omdat de verblijfsvergunning wordt gekoppeld aan de aangifte, terwijl dat voor slachtoffers nu juist het grootste obstakel is. Slachtoffers hebben vaak schulden bij hun handelaar, waarbij de bedragen kunnen oplopen tot 100.000 euro. Ook worden slachtoffers en hun familieleden vaak fysiek bedreigd. Hulp aan slachtoffers is voor politie en justitie van secundair belang. Dit blijkt ook uit de conclusie van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken: ‘In Nederland is het primaire doel van de huidige regeling de facilitering van de strafrechtelijke wetshandhaving.’ Het kabinet-Rutte heeft van veiligheid een speerpunt gemaakt. Het regeerakkoord spreekt in harde termen over de aanpak van mensenhandel en illegaliteit. Zo staat er onder meer dat ‘misbruik van de verblijfsregeling voor slachtoffers van mensenhandel wordt tegengegaan.’ Dit is natuurlijk een goed streven, maar men toont geen begrip voor slachtoffers die terecht gebruikmaken van de verblijfsregeling.

selectief

Ook stelt het akkoord dat ‘het kabinet zal inzetten op strafbaarstelling van illegaliteit en op handhaving hiervan, en zich hierbij vooral zal richten op criminele en overlastgevende personen met het oogmerk deze zo snel mogelijk het land uit te zetten.’ Hierdoor worden slachtoffer en handelaar op één lijn gesteld. Slachtoffers van mensenhandel (bijv. illegale prostituees) kunnen immers ook worden beschouwd als overlastgevende criminele illegalen die als zodanig moeten worden uitgezet. Ten slotte staat er in het regeerakkoord dat de aanvraag voor een verblijfsvergunning door illegalen in alle gevallen wordt afgewezen, tenzij medische gronden zich hiertegen verzetten, of de aanvrager behoort tot de categorie alleenstaande minderjarige vreemdelingen of getuigen c.q. aangevers van mensenhandel. Er wordt dus selectief hulp verleend aan slachtoffers. Wij zijn tegen dit categoriale beleid. Elk individu heeft recht op bescherming. Het mensrechtelijke aspect moet veel meer prioriteit krijgen. Hiervoor is revisie van de B9-regeling noodzakelijk. In lijn met het rapport van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken pleiten wij ervoor om vreemdelingen bij aanwijzing van mensenhandel een verblijfsvergunning te verlenen voor een half jaar.

In die periode moet de IND bekijken of de aanvrager ook daadwerkelijk slachtoffer is. Als de IND daarvan overtuigd is, wordt aansluitend een tweede tijdelijke verblijfsvergunning verleend. Om de slachtoffers te motiveren mee te werken aan een strafrechtelijk onderzoek wordt permanent verblijf alleen toegestaan aan slachtoffers die hebben meegewerkt aan een strafrechtelijk onderzoek.

Slachtoffers moeten beter worden voorgelicht, beschermd en begeleid. Dit is niet alleen in het belang voor het herstelproces van het slachtoffer, maar dient ook het strafrechtelijk onderzoek. In een veilige omgeving zal de aangiftebereidheid immers sterk toenemen, waardoor politie en justitie mensenhandel in Nederland veel effectiever kunnen bestrijden.

Dit artikel is geschreven door Monique Samuel (werkgroepvoorzitter werkgroep Buitenlandse Zaken) en vescheen op 3 december 2010 in het Nederlands Dagblad.

« Terug

Reacties op 'Opinieartikel 'Mensenhandel vraagt humaner beleid' (ND)'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2010

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari