PerspectieF over monarchie in HP/De Tijd

indemediawoensdag 03 februari 2010 19:30

Discussies over het koningshuis gaan eigenlijk altijd over rellen. Daarbij zijn vooral de critici aan het woord. Een principieel debat over het koningshuis, waarin ook de voordelen aan bod komen, wordt nauwelijks gevoerd. Reden voor HP/ De Tijd om een twistgesprek te organiseren tussen republikein en historicus Gerard Aalders en monarchist IJmert Muilwijk, de voorzitter van Perspectief, de jongerenvereniging van de ChristenUnie.

HP/De Tijd: “Laten we beginnen met de nieuwste enquete over het koningshuis. Door de affaires rond de villa’s in Mozambique en Argentinië is het vertrouwen in Willem-Alexander gedaald van 82 procent vorig jaar naar 74 procent nu. Het aantal Nederlanders dat geen of weinig vertrouwen in hem heeft is gestegen van 7 naar 19 procent. Republieken denken dan: ha, dat is een goed begin. Hoe kijkt een monarchist daar tegen aan?”
IJmert Muilwijk (IJM): “In de statistieken schommelen de voorstanders van de monarchie altijd zo tussen de 85 en 90 procent. De monarchie is groter dan één prins, ook al is ie aanstormend koning. Ik kan me voorstellen dat het koningshuis door die foutjes wel een deukje oploopt, maar dat is absoluut geen reden om te zeggen: dan schaffen we de hele handel wel af. Het zijn net mensen en dat betekent ook dat ze fouten maken.”
Gerard Aalders (GA): “Maar het moet toch verontrustend voor jou zijn dat de aanstaande koning dit overkomt. Beatrix heeft er nooit last van gehad. Hij is nog niet eens aangetreden en het gaat nu al mis.”
IJM: “Hij wil ondernemen. Je moet hem een beetje speelruimte gegeven. Ik zeg er wel gelijk bij: als ie koning is moet het met dit soort fratsen echt klaar zijn. Kijk, zo iemand wil zich ontplooien en daar stoot je wel eens je kop bij. Als je je nooit vergist, leer je ook nooit wat. Ik had zelf ook zo’n blunder kunnen maken.”
GA: “Maar jij bent geen koning. En hij is geen ondernemer. Hij is in de eerste plaats toekomstig staatshoofd. Hij mag niet in opspraak raken.”
IJM: “Mozambique was natuurlijk niet handig. Tegelijkertijd heeft de bevolking over het geheel er veel vertrouwen in. Dat het aantal mensen met weinig vertrouwen van zeven naar negentien is gestegen is zorgelijk, maar het is niet zo dat de overgrote meerderheid zegt: die kluns hoeven we niet.”
GA: “Hij moet nog beginnen en begint nu al te dippen. Ik heb niet bar veel vertrouwen in deze jongen. Hij flierefluit maar een beetje rond. Hij heeft zich op het water gestort omdat hij toch iets moet doen. Pak dan iemand echt iets van water weet, een ingenieur. Ja, hij weet natuurlijk dat er water in pils zit.”
IJM: “Dat vind ik een beetje flauw. Hij heeft zich er echt in verdiept, en ook in dit leerproces worden fouten gemaakt. Toen we voor het eerst van Maxima hoorden, vonden we haar ook niet de beste vrouw voor die positie, maar ze is enorm in populariteit gestegen. We moeten niet doen alsof elk boogje in de curve direct naar de diepe afgrond leidt.”
GA: “Dat is ook weer zo’n raar aspect van het koningschap. Neem Maxima. Tot een jaar of zeven geleden was ze een volkomen onbekend Argentijns meisjes en nu is ze de populairste vrouw van Nederland. Waarom? Alleen omdat ze getrouwd is met het symbool van de monarchie. Het is hetzelfde met Claus en Bernhard, allebei mannen met een verdachte achtergrond. Die mensen komen uit het niets, trouwen met het Nederlandse symbool en plotseling staan ze aan de top.”
IJM: “Zeg nou niet niets. Ik heb veel respect voor wat Maxima doet, bijvoordeeld met microkredieten. Zelf ben ik ook actief in ontwikkelingssamenwerking en haar werk geeft mij een heel goed gevoel. Niet alles is rationeel. Voor een deel van de bevolking is het prachtig dat onze Maxima zich inzet zich in voor die sector.”
GA: “JOUW Maxima, hè, niet de mijne.”
MIJ: “Maar ook voor die 87 procent van de Nederlanders. Ik voel me er door gesterkt. Dat zijn voor een deel emoties, dat geef ik direct toe. Sentiment, zoals jullie dat noemen.”
GA: “Maar wat heeft staatsrecht nou met emoties te maken? Dat zou toch een rationele aangelegenheid moeten zijn. Jij benadert het puur vanuit een gevoelsoverweging.”
MIJ: “Het is niet puur vanuit gevoel. Het gaat om de constitionele  monarchie, waar genoeg democratische legitimering in zit en vervolgens heb je ook nog een staatshoofd die een bindend factor kan zijn. Het is voor een déél gevoel. Een koning is iemand die er in tijden van rampspoed voor het hele land is. Dat kun je sentimenteel noemen, maar daar geloof ik in.”
GA: “Dat klopt gewoon niet. Toen we echt in de puree zaten, in mei 1940, vluchtte de hele familie linea recta naar London. Dan kun je wel zeggen: ze konden het land beter leiden vanuit Londen dan vanuit Nederland. Nee, dat zijn onze rotsen in de branding, ze hadden hier moeten blijven. Ze hadden het goede voorbeeld kunnen geven, net als een boel verzetsstrijders. Maar nee, ze peren ‘m.”
MIJ: “Ik leefde zelf toen nog niet...”
GA: “Ik ook niet. Zo oud zie ik er toch niet uit?”
MIJ: “Het Nederlandse volk heeft er ook heel veel steun aan gehad, via de radio. Je kan niet alle positieve effecten wegmoffelen. Ontzettend veel mensen vinden er troost en steun in. De ramp in Enschede bijvoorbeeld, daar wás ze dan wel.”
GA: “Het zou er nog bij moeten komen dat ze er niet was.”
Gelach.
GA: “Het koningsschap heeft heel veel met pr te maken. Ik las laatst een boek over radio Oranje en het blijkt dat de ontvangst eigenlijk heel slecht was. En wat er wel was, werd gestoord door de Duitsers. Waar het op neer kwam was dat een paar mensen wat opvingen, en dat werd dan verspreid  via illegale blaadjes. Pure symboliek.”
MIJ: “Dat wordt dan uit rationeel oogpunt weggecijferd, maar juist die symboliek, dat gevoel is belangrijk.”
GA: “Wilhelmina misbruikte ook haar positie in Londen. Ze was er heel erg op uit om het parlement een stuk minder invloed te geven na de oorlog.”
MIJ: “Nu komen we bij de staatsrechtelijke kant van het verhaal. Tot nu toe hebben we het over emoties gehad en over Maxima en Beatrix- waar ik overigens echt een groot fan van ben.”
GA: “Van wie?”
MIJ: “Van Beatrix.”
GA: “Ach....”
MIJ: “Ja.”
HP/De Tijd: “Geef toe, Beatrix is wel professioneel, ze maakt nauwelijks fouten.”
GA: “Maar we kunnen ook niet weten of ze fouten maakt, want dat behoort tot het geheim van het Noordeinde. Dat vind ik een enorm bezwaar tegen monarchie:we mogen niets weten. Parlementariërs die met haar praten en daarover durven te vertellen, worden linea recta naar huis gestuurd.”
MIJ: “Dat beeld van de monarch, die achter de schermen de hele boel hier bestiert, klopt niet. Neem bijvoorbeeld de formatie. Er wordt altijd gesteld dat de koningin dan wel even de coalitie gaat samenstellen. De Kamer heeft al in 1971 de motie-Kolfschoten aangenomen, die zegt dat de Kamer zelf een formateur kan aanstellen. Ze willen het alleen niet. Want ze vinden dit systeem heel goed werken.”
GA: “Nou ja, heel goed werkt... we hebben nog nooit de kans gehad om het anders te doen.”
MIJ: “Dan moet het parlement, uw volksvertegenwoordiging dat willen.”
GA: “Dat is het grote punt voor de republikeinen: er moet iets veranderd worden in de grondwet. Dat is een enorme operatie.”
MIJ: “Dat is helemaal niet nodig: de Kamer kan zelf al een formateur aanstellen.
Ik dacht eerst ook dat het binnenskamers móest, maar dat is dus niet zo. Als je nou feitelijk kijkt naar de macht van de koningin, dan valt het reuze mee. We hebben het nu over de voordelen gehad van de monarchie, de emoties, het culturele aspect....”
GA: “Wij noemen dat de nadelen.”
MIJ: “Ja, maar je zult het met me eens moeten zijn dat de macht van het koningshuis niet enorm groot is.”
GA: “Het punt is dat het geheim is. Je weet niet hoe premiers zich hebben laten inpalmen door de Koningin. Ze staat erom bekend dat ministers ook apart op de thee worden geroepen. Er is achter de schermen veel aan de hand waar we geen weet van hebben.”
MIJ: “Maar uiteindelijk is het zo dat als Balkenende zegt: we gaan het zo doen, dan gaan we het zo doen. En als wij een enorme softie als premier kiezen die zich laat inpalmen, dan is het onze eigen stomme schuld.”
GA: “Balkenende lijkt me er niet tegen opgewassen.”
MIJ: “Dat weten we niet. Als u speculeert dat de koningin er flink met de zweep over heen gaat, dan zou dat zo kunnen zijn. Maar als het volk iets niet wil, dan gebeurt het niet. Als we een monarchie zouden hebben met een potentaat, zou ik er ook tegen zijn. De macht moet wel verbonden zijn aan de volksvertegenwoordiging. Ik neem het niet op voor alle koningshuizen in de hele wereld, maar de constitutionele monarchie met de Oranjes, daar sta ik volledig achter. De republikeinen zeggen: wij zijn zo democratisch, wij willen geen monarchie meer, maar 87 procent van de bevolking wil het wel. 87 procent wil zichzelf dit opleggen, om het in jullie termen te zeggen.”
GA: “Nou, opleggen? Jullie vinden dit fantástisch. Jullie laten het je graag aanleunen: koninginnedag, gezwaai, de gouden koets.”
MIJ: “Zeker. Ik zou het ongeveer zo gezegd kunnen hebben, maar met een iets andere intonatie. Die dingen vind ik mooi. We hebben the best of both worlds. We hebben voldoende democratische mogelijkheden. En dan hebben we ook dat andere deel erbij, iets wat ons Nederlander maakt. Die 87 procent van de bevolking ontleent daar een deel van hun identiteit aan. Dat betekent niet dat we altijd alles maar hij het oude moeten laten, maar zeker in deze moeilijke, globaliserende tijden, is het voor mij belangrijk om te weten waarom ik Nederlander ben. En het koningshuis is daar een deel van.”
GA: “Dus jij bent Nederlands omdat.....Claus was een Duitser, Bernhard was een Duitser, Maxima is een Argentijnse. Als dat wegvalt, valt de stabiliteit van Nederland weg en ben jij je identiteit kwijt. Want dat zeg je.”
MIJ: “Nee, nou draai je het helemaal om. Ik zeg: het is een deel van mijn identiteit.” GA: “Dat is ook zoiets geks. We waren voor 1814 altijd een republiek. We waren ontzettend succesvol, we hebben de halve wereld veroverd. Of je dat tegenwoordig nog succesvol mag noemen, nou ja, maar in die tijd was het succesvol. Op het congres van Wenen in 1815 bedenken ze dat Europa niet veilig is. Er moeten her en der wat machtsblokken neergezet worden, onder andere de Lage Landen. Daar zet je een koning op, die wordt uit de hoge hoed getoverd. Het was geen aangenaam mens, die Willem de Eerste. De Tweede ook niet. En de Derde ook niet, die werd niet voor niets koning Gorilla genoemd. Het waren schuinsmarcheerders, niet al te slim, ze interesseerden zich hoofdzakelijk voor zichzelf. Wat hebben monarchisten toch met dat soort mensen?”
MIJ: “Die Willem de Eerste ken ik niet zo goed. Ik heb Beatrix als referentiepunt, ook gevoelsmatig. Ik vind haar echt een mooi mens. Er is nu een heel interessant programma op prime time ...”
GA: “Blauw Bloed, daar ben ben ik wel eens te gast geweest.”
MIJ: “Gefeliciteerd! Dat is het hoogste haalbare. Het is een prachtig iets, daar kijken veel mensen naar, daar worden ze enthousiast van. Dat is ook een argument vóór.”
HP/De Tijd: “Monarchie is dus voor een deel irrationeel. Zijn er ook rationele argumenten?”
MIJ: “We heben het net al over het staatsrecht gehad, bijvoorbeeld de keuze voor de formateur. Daar wordt een functie bij het koningshuis neergelegd. Het parlement kan het ook zelf doen, maar wij willen dat de koningin het doet. Een rationeel argument is ook dat haar macht niet tegen de democratie ingaat. De minister-president kan niets opgelegd krijgen. Representatie in het buitenland, dat is er ook één. We hebben niet vier of acht jaar lang een president, maar....hoe lang zit Beatrix er nu al?”
GA: “Veel te lang.”
MIJ: “Het moet nog veel langer. Dan kan ze Willem-Alexander inwerken. Die stabiliteit is een heel rationeel argument. Wat je hoort van de mensen in de landen waar ze op staatsbezoek komt, is dat ze het geweldig vinden: dertig jaar geleden was ze er al en nu is ze er weer. Misschien met iets meer rimpels erbij, maar ze is er nog.”
GA: “Een president kan net zo goed het gezicht van Nederland zijn. Die kan ook goed opgeleid zijn, met een brede ervaring. Ik zie niet waarom een president dat minder goed zou doen. Die weet ook beter wat er onder het volk leeft.”
MIJ: “Je moet wel eerlijk zijn. Het koningshuis heeft op alle mogelijke manieren contact met wat er in Nederland gebeurt, bijvoorbeeld door koninginnedag.”
GA: “Koninginnnedag is alleen maar een legitimatie voor openbare dronkenschap.”
MIJ: “Voor jou misschien wel. Heel veel mensen genieten daarvan. Het is niet de kern van de monarchie, maar wel een van die samenbindende elementen. Dat mag u als reporter niet rationeel noemen, maar het is het cement van de samenleving. We delen niet met zijn allen een passie voor kunst of zoiets.”
GA: “En als de koninklijke familie wegvalt, valt Nederland dan uiteen? Sinterklaas, kerst en voetbal zijn ook samenbindende factoren.”
MIJ: “Het is zeker niet het enige samenbindende ding, maar wel een belangrijke. Binnen de christelijke wereld, mijn achterban, hechten we er ook aan dat Willem van Oranje zich heeft ingezet voor de geestesvrijheid.”
GA: “Zeg dat nog eens?”
MIJ: “De geestesvrijheid, de vrijheid van geloven.”
GA: “Dat snap ik, maar ik heb Willem-Alexander er nooit zo op betrapt dat hij daar mee bezig was.”
MIJ: “Nee: Willem van Oranje. Al zou  ik het wel mooi vinden als Willem-Alexander zich erover zou uitspreken. We hebben een historische binding met de Oranjes, al hebben er best een paar rare snuiters tussen gezeten. U hebt een boek geschreven over prins Bernard. Ik zal niet verdedigen dat ze allemaal fantastisch waren...”
GA: “Ik zal je straks een exemplaartje meegeven, dan wordt je acuut republikein.”
MIJ: “Dat gaat voor mij dus niet op. We zijn allemaal mensen, we maken allemaal fouten.”

HP/De Tijd: “Zou een ceremoniëel koningschap het voor republikeinen iets beter verteerbaar maken?”
GA: “Waarom zou je zo’n enorme familie gaan onderhouden als die alleen maar lintjes gaat knippen? Ik vind het ook geen bindende factor. En dan ook nog tegen zulke waanzinnige kosten: 120 miljoen euro. Waarom dat betalen voor een koning die alleen maar als symbool rondhuppelt met een schaartje om lintjes door te knippen.”
MIJ: “Het is ontegenzeggenlijk waar dat het een heleboel geld kost, maar je moet ook naar de batenkant kijkt. Die symbolische functie in buitenland en binnenland -wat u wegzet als niet nodig- is van extra waarde. Een president kan dat maar voor een deel. Die kost trouwens, met alle privileges, ook ontzettend veel geld.”
GA: “Nee hoor, dat is één Balkenende-norm. Het Catshuis hebben we al. Dan nog een een chauffeur met wat bewakers, dat is het. In het laatste nummer van De Republikein heb ik alle leden van de koninklijke familie opgesomd die nu meeprofiteren. Dat gaat heel ver.”
MIJ: “Ik zal niet zeggen dat het weinig geld kost. We zouden eens een berekening moeten maken van de kosten en baten.”
GA: “Ik heb eens uitgezocht hoe het nou zit met die handelsreizen van Bernhard naar Zuid-Amerika. Al die vermeende orders die hij heeft binnengehaald, dat valt erg tegen. Ik heb bij het CBS bekeken hoe gierend die export dan wel naar boven schoot na de bezoeken van Bernhard. Nou, er is een jaar later geen rimpeling in de statistieken te zien.”

HP/De Tijd: “Terug naar de 21e eeuw. De kosten van het Koninklijks huis, de Groene Draeck, de vliegreizen, roepen veel protest op.”
IJM: “Dat kan ook best een onsje minder. Ik zeg niet dat het van 100 miljoen naar 1 miljoen kan, dan moeten ze in een Fiatje gaan rijden, maar in principe moeten ze dienend zijn. Daar hoort niet bij dat ze aan buitensporige zelfverrijking doen. Dus als het slecht gaat met het volk, kan het best een onsje minder.”
GA: “Je hebt moeite om echt kritisch te zijn. Dat zou ik nou niet hebben met een president. Je hebt er wel erg veel begrip voor.”
MIJ: “Ja, ik hou wel van Beatrix. Als je vriendin iets doet wat niet leuk is, dan vergeef je het haar ook. Maar er zijn grenzen en als die in toekomst nog eens opgezocht worden, dan moeten we daar ook paal en perk aan stellen.”
GA: “Wat wij republikeinen doen is zo nu en dan een stukje schrijven of op televisie iets vervelends roepen- in de hoop dat al die speldenprikken tot een grote beurse plek leiden, zodat de meerderheid er eindelijk vanaf wil. Dat gaat keurig via de grondwet hoor, we hebben geen guillotines nodig.”
IJM: “Maar het is natuurlijk wel zo dat die meerderheid nu voor de monarchie is. Er is nu een hele jonge generatie die dit koningshuis heel mooi vindt. Ik vind het een lief mens, die Beatrix.”

Na afloop van het gesprek geeft Aalders Muilwijk een exemplaar van zijn boek De prins kan mij nog meer vertellen cadeau. Voorin schrijft hij: “...”

« Terug

Reacties op 'PerspectieF over monarchie in HP/De Tijd'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2010

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari