Levensloopregeling kabinet is fopspeen

vrijdag 18 juni 2004 00:00

Verschenen in Trouw van 18 juni

Marcel Benard en Antoon Blokland

In het debat tussen sociale partners en kabinet over de levensloopregeling en het vroegpensioen, werpen het kabinet en de coalitiepartijen zich op als de reddende engelen van jongeren. Donderdag 15 juni 2004 deed Gerda Verburg van het CDA dat op deze opiniepagina. Het verwijt aan de vakbeweging is dat deze de lange termijnkosten van de vergrijzing enkel en alleen op het bordje van jongere generaties legt. Zij moeten verplicht meebetalen aan het vroegpensioen van de babyboomers, terwijl zij zelf nooit gebruik zullen maken van deze regelingen. Het maatschappelijke gevaar is dat deze eenzijdige solidariteit het draagvlak voor collectieve regelingen bij jongeren in het algemeen ondermijnt. Het kabinet wil daarom de fiscale ondersteuning van vut- en prepensioenregelingen in 2006 afschaffen en in ruil daarvoor een levensloopregeling creeeren waar jong en oud in kunnen sparen. Een verstandig en sympathiek, maar helaas leeg gebaar in de richting van jongeren. Juist op het punt van de levensloopregeling stelt het kabinet absoluut teleur.
De onderhandelingen tussen kabinet en sociale partners zijn volledig gedomineerd door het debat over de uittreedleeftijd en de overgangsregeling van het vroegpensioen. Alles wijst er echter op dat het behoud van een prepensioenregeling van zeer tijdelijke aard is. De vergrijzing van Nederland zal vroeg of laat tot een noodzakelijke afschaffing van het vroegpensioen leiden. Het huidige vroegpensioensysteem is op termijn onbetaalbaar en onhoudbaar. Wijselijk gaan jongeren ervan uit dat ze tot hun 65ste moeten werken. Collectieve regelingen voor de 65 moeten daarom worden aangepast aan de levensloop, de wensen en keuzevrijheid van mensen. Jongeren hechten daarom meer aan een goede levensloopregeling die de toets van de tijd kan doorstaan dan een wankel compromis omtrent het prepensioen.
Het uitgangspunten van de levensloopregeling onderschrijven we van harte. Zowel qua inkomenspositie als qua tijdsbehoefte ligt het zwaartepunt in iemands levensloop rond de dertig - ook wel ‘het spitsuur van het leven’ genoemd. In dit spitsuur hebben jongeren grote moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Het wordt tijd dat afspraken rond arbeidsvoorwaarden aangepast worden aan deze levensloop van mensen en de jonge levensfase ontlast. Een goede levensloopregeling biedt werknemers meer vrijheid en mogelijkheden om werk naar eigen inzicht met andere behoeften te combineren, zoals zorg voor kinderen of ouders, leren of vrije tijd. Dit biedt voor werkgevers voordelen omdat werknemers minder gestresst zullen zijn en daardoor productiever kunnen werken.
En ook langer. Verlofmogelijkheden gedurende de carrière maken het mogelijk langer te blijven werken. Met de levensloopregeling die momenteel op tafel ligt zal deze doelstelling niet worden gehaald. Uit een recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau is naar voren gekomen dat inkomensverlies en onbekendheid belangrijke redenen zijn om geen gebruik te maken van bestaande verlofregelingen. Het is belangrijk lering te trekken uit de resultaten van dit onderzoek en nu een aantrekkelijke regeling te maken. Vanuit het perspectief van jongeren is de voorgestelde individuele levensloopregeling echter niet aantrekkelijk en zal dan ook niet gebruikt worden.

Ons eerste kritiekpunt is dat de levensloopregeling zeer moeilijk toegankelijk is voor jongeren en werknemers die rond het minimuminkomen verdienen. Het kabinet stelt enkel en alleen een uitgebreide individuele spaarregeling voor. Een individuele spaarregeling is vele malen duurder (30%) dan een collectieve regeling. Uit welbegrepen eigenbelang voor jongeren is een collectieve regelingen daarom vele malen beter dan een individuele regeling.
Daarbij maakt een collectieve regeling solidariteit tussen jong en oud, arm en rijk mogelijk. Als we naar de levensloop van jongeren kijken, dan is er meer behoefte aan verloflenen dan aan verlofsparen. In de voorgestelde regeling mag je 10% per jaar sparen. Maar wie kan dat percentage op jonge leeftijd opbrengen? Daarbij komt dat de periode tot ‘het spitsuur van het leven’ te kort is, aangezien jongeren steeds later de arbeidsmarkt betreden. Als je op je 25e net een jaar een baan hebt en je krijgt een kind, dan kun je van de voorgestelde regeling geen gebruik maken om bijvoorbeeld tijdelijk minder te werken, omdat je nog geen spaartegoed hebt. Het zou dan ook beter aansluiten bij de behoeften van met name jongeren om naast het sparen van verlof ook het lenen van verlof mogelijk te maken. Om een leenmogelijkheid in te bouwen moet de levensloopregeling ondergebracht worden in een collectieve regeling waaraan werkgevers en werknemers gezamenlijk in sparen.
Een tweede punt waar we onze vraagtekens bij hebben zijn de aanwendingsmogelijkheden en de fiscale ruimte van de levensloopregeling. In vergelijk met de populaire spaarloonregeling valt op dat de voorgestelde levensloopregeling meer betuttelend van aard is. Het spaarloon kon bijvoorbeeld gebruikt worden voor de aanschaf van een huis. Met de levensloopregeling is dit niet meer mogelijk. De levensloopregeling mag alleen ingezet worden voor verlof. Om te bereiken dat de levensloopregeling gebruikt gaat worden, moet er worden aangesloten bij de behoeften van werknemers. Een regeling is alleen aantrekkelijk als deze gebruikt kan worden voor het volgen van cursussen, kinderopvang of voor de aanschaf van een huis of computer.
De fiscale ruimte die het kabinet biedt is erg benepen; maximaal een jaarsalaris. Hierin komt de ware aard van het kabinet naar boven. De bezuinigingsdoelstellingen van dit kabinet zijn belangrijker dan een goede regeling. Ruimere fiscale middelen zouden goed voor de regeling zijn omdat deze de levensloopregeling voor jong en oud daadwerkelijk aantrekkelijk worden. Ouderen zouden de regeling kunnen gebruiken om hun vroegpensioen te financieren en jongeren zouden de regeling kunnen gebruiken om tussentijds een periode minder te werken om thuis te zijn voor hun kind.
Er zitten alles bij elkaar belangrijke haken en ogen aan de voorgestelde levensloopregeling van het kabinet. We vrezen dat – als ze niet verwijderd worden – de levensloopregeling een papieren tijger wordt. Het huidige voorstel sluit niet aan bij de behoeften en wensen van jongeren die vroeg in het arbeidsproces al behoefte hebben aan een solidaire collectieve regelingen. Daarbij is de opzet betuttelend van aard. Het ontwerp van de huidige levensloopregeling is een mooi streven, maar voldoet niet. Het kabinet en de coalitiepartijen hebben jongeren niet meer te bieden dan een fopspeen.

Marcel Benard is voorzitter van PerspectieF, ChristenUnie-jongeren. Antoon Blokland is voorzitter van CNV Jongeren.

« Terug

Reacties op 'Levensloopregeling kabinet is fopspeen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2004

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

april

maart

februari

januari